Voor een rechtszaak zijn we door de gedaagde partij gevraagd 4 vragen te beantwoorden. Na uitvoerige analyse van de uitgevoerde metingen van schimmelsporen en bacteriën werden de vragen als volgt beantwoord:
Vraag 1: Zijn er grenswaarden voor de blootstelling aan bacteriën en schimmelsporen?
Antwoord: Er zijn in Nederland voor de algemene bevolking geen grenswaarden vastgesteld voor de blootstelling aan bacteriën en schimmels in de lucht. Dit geldt ook voor fysiek contact met bacteriën en schimmels.
Door het RIVM is in 2004 nagegaan of het mogelijk is om advieswaarden voor de blootstelling aan biologische agentia op te stellen. De conclusie was dat hiervoor onvoldoende wetenschappelijke literatuur beschikbaar is.
In de literatuur zijn geen data gevonden over de concentratie schimmels en bacteriën op een oppervlak en gezondheidsrisico’s. Wel zijn er gezondheidsrisico’s als de biologische agentia aangeraakt worden en er is vervolgens onvoldoende hygiëne doordat de handen niet worden gewassen.
Vraag 2: Is de gebruikte meetmethode geschikt om de blootstelling aan biologische agentia (schimmels en sporen) te meten?
Antwoord: De meetmethode geeft een momentopname. Vanwege de grote fluctuaties in de concentraties moeten de resultaten zeer voorzichtig geïnterpreteerd worden.
Het gebruikte meetinstrument voor de luchtmonsters is in principe geschikt voor het meten van de blootstelling aan de biologische agentia. Een zwak punt van deze methode is evenwel de validatie van de methode zoals ook in NEN-EN 13098 wordt opgemerkt. Hierdoor is het niet aan te geven wat de nauwkeurigheid van de gebruikte methode is.
Vraag 3: Zijn de meetresultaten bruikbaar voor een analyse?
Antwoord: Vanwege de gebrekkige documentatie in het rapport kunnen de onderzoeksresultaten niet geïnterpreteerd worden. Gelet op de uitkomsten van de analyses – op een uitzondering na was het kiemgetal ontelbaar – kan en mag niet uitgesloten worden dat er een systematische fout gemaakt is.
Verder zijn de meetresultaten sterk beïnvloed door de aanwezigheid van 7 personen in de woning en “het geloop” daarvan door de woning.
Helaas ontbreekt een vergelijking tussen buiten en binnen waardoor niet nagegaan kan worden f welk aandeel de buitenlucht in de concentratie in de woning heeft.
Vraag 4: Zijn de in de lucht aangetroffen bacteriënsoorten, t.w. Bacillus species, Bacillus cereus, Staphylococcus species en de tevens in de lucht aangetroffen schimmelsoorten, t.w. Acremonium species, Aspergillus species, Cladosporium species en Penicillium species, pathogeen en derhalve schadelijk voor de gezondheid.
Antwoord: Geen van de aangetroffen biologische agentia (schimmels en bacteriën) wordt door de Richtlijn 2000/54/EG beschouwd als een ziekteverwekker.
Van bacteriën en schimmels waarop de monsters getest zijn, wordt alleen Staphyloccocus aureus in de richtlijn beschouwd als pathogeen. Deze is evenwel niet aangetroffen.
Het risico van de Staphyloccocus aureus is evenwel beperkt en er bestaat een goede behandeling tegen. Opgemerkt wordt dat meer dan 50% van de mensen drager is van deze bacterie en derhalve ook voortdurend aan blootgesteld wordt. Het risico van deze bacterie als deze zich in de lucht bevindt moet derhalve als zeer beperkt beschouwd worden.
Opgemerkt wordt dat op Chrysonilia species – die in een contactmonster werd aangetroffen – na alle aangetroffen schimmels en bacteriën in veel gebouwen voorkomen en met name als er sprake is van water- of vochtschade.
Reacties
Blootstelling schimmels en bacteriën in de lucht — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>