De kapstok in de kruipruimte
Bij binnenkomst was het mij al opgevallen toen ik binnengelaten werd. Er was iets vreemd met het halletje. Er hing een bekende geur maar ik kon hem op dat moment niet thuisbrengen. Het was niet de overbekende bloemetjesgeur waartegen ik een enorme aversie heb. Ik vind de bloemetjesgeur helemaal niet fris maar vooral stinken. Zeker als de geur er blijft hangen. Omdat ik geen jas bij me had, liepen we snel door.
Toen ik bij het weggaan nog even stond na te praten in de gang, wist ik het. Het was alsof ik in het halletje in de kruipruimte was. Zo stank het.
Een kruipruimte stinkt eigenlijk altijd. Soms moet ik er in zijn voor mijn werk. Als ik dan vergeten ben om vooraf mijn anti-allergie pilletje te slikken, dan kan ik van zo’n bezoek aan de kruipruimte zo ziek worden dat ik enkele dagen hondsberoerd in bed moet blijven.
En die geur van de kruipruimte hing in het halletje bij de voordeur waar ook de jassen hangen. In 1 oogopslag zag ik ook waar de stank vandaan kwam; de meterkast. Ik hoop voor ze dat ze geen wollen kleding op de kapstok hangen. Die muffe geur trekt heel goed in kleren. Eigenlijk zuivert wol de lucht. Alleen helpt het niet als er steeds nieuwe stank binnenkomt.
Als gastheer hoop ik altijd dat er geen mensen bij mij op bezoek komen met zo’n naar de kruipruimte ruikende jas. Het is zo gênant als je bij het aanpakken van de jas plotseling in een enorme niesbui terecht komt en je op de vraag naar je gezondheid moet antwoorden dat je allergisch bent voor de stinkende jas.
Toen we in de auto zaten op weg naar huis, dacht ik bij mijzelf dat het goed was geweest dat de jas in de auto gebleven was.
Gegroet, Cornelis.
Reacties
De kapstok in de kruipruimte — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>