Meten is weten maar weet wat je meet!
Je kent ze wel, die elektronische vochtmeters voor metselwerk met een schaal van 0 tot 100. Hoe je ook zoekt de eenheid, waarin gemeten wordt, staat er niet bij. Ook de handleiding maakt je niets wijzer.
“Meten is weten” stond er echt onder het logo van het bedrijf. Dat roept verwachtingen op. Eindelijk weer iemand die weet hoe vocht gemeten moet worden? Gemeten was er. Maar wat? Het vochtgehalte van het metselwerk boven de fundering bedroeg 90 %. Dat stond er echt in het rapport dat minstens een paar duizend euro gekost moet hebben. 90 % van wat? Van het volume of de massa?
90 volume-%: 0,9 liter water in 1 liter baksteen die zelf al minstens 1,6 kg weegt? Geloof het niet. 90 % massa-% dan. 1,4 liter water in 1 liter baksteen. Nog ongeloofwaardiger.
Nog een mogelijkheid. Zou er een zogeheten lichte bouwsteen voor de gevel gebruikt zijn. Op de foto’s waren “gewone” bakstenen te zien. Dus dat kan afgevinkt worden.
Als je het weet, dan is het simpel. Nul tot honderd, op elektronische vochtmeters voor de bouw zijn het nooit procenten van. Meten is weten maar weet wat je meet!
Gegroet, Cornelis
hallo
oké geen procenten, maar wat meet je dan wel ? Als de schaal 0-100 is, wat is dan een ‘normaal ‘vocht gehalte van een muur ?
ben zeer benieuwd want er wordt inderdaad veel geschreven over vocht maar het wordt er niet echt duidelijker op.
is injectie de meest aangewezen methode of is ventilatiekanalen in de gevel een betere optie?
Wat is een normaal vochtgehalte voor een muur? Dat is het evenwichtsvochtgehalte bij een bepaalde relatieve luchtvochtigheid. Meestal wordt dit in een laboratorium bepaalt bij een r.v. van 95 %. Door het werkelijke vochtgehalte in het metselwerk in het laboratorium te meten middels de Darr-methode en dat te vergelijken met het evenwichtsvochtgehalte kan dan bepaald worden of er sprake is van een vochtbelasting. Dit is de theorie en voor de praktijk is dit niet erg handig.
De indirecte meters maken gebruik van de eigenschap dat watermoleculen elektromagnetische velden beïnvloeden. Deze verandering is te meten. De mate van verandering is dan een globale maat voor de hoeveelheid watermoleculen in de nabijheid van de meetsonde. De verschillende fabrikanten van de indirecte meters gebruiken allemaal andere vochtgehalten en andere bakstenen als referentie om hun meters te “ijken”. Het gevolg is dat deze meters slechts in indicatief beeld geven van het vochtgehalte. Wel zijn ze goed geschikt om het verloop van het vochtgehalte zichtbaar te maken. Voor wie een grote kennis heeft van de oorzaak van vochtproblemen in metselwerk is zijn deze indirecte vochtmeters een heel handig hulpmiddel mits inzicht bestaat in de beperkingen van deze meters en kennis van de valkuilen.
De effectiviteit van de ventilatiestenen is zo’n hekel item dat ik op dit punt van commentaar wil onthouden. Ik kan alleen maar zeggen dat ik ze nimmer adviseer.
Injecteren kán een oplossing zijn mits er een goede diagnose is en het metselwerk ervoor geschikt is.De grootste valkuil is dat het injectiemiddel zich niet homogeen verdeelt. Verder moet bij de meeste injectiemiddelen het metselwerk kunnen drogen voordat het injectiemiddel effectief wordt. Injecteren is zeker niet het wondermiddel waarvoor het vaak verkocht wordt.
bedankt Kees! ben benieuwd waarom je de ventilatiestenen zo’n hekel item vind, slechte ervaringen mee?
De injectie methode is ook geen wondermiddel, dat had ik al begrepen.
maar wat is dan wèl een goed systeem, of is dat echt helemaal afhankelijk van de individuele situatie?
De conclusie dat er geen ideaal systeem is dat overal toepasbaar is, is de enige juiste. Bij het injecteren hangt alles af van de individuele situatie, het gebruikte product, de injectiemethode en niet in de laatste de man of vrouw die het uitvoert.
Wat betreft de ventilatiestenen voel ik mij niet vrij om daar verder op in te gaan.