In de ‘The Timeless way of building’ (1979) stelt Christopher Alexander dat bij bouwwerken een onderscheid gemaakt kan worden tussen gebouwen die leven en de gebouwen die niet leven. Of een gebouw leeft of niet is schijnbaar een gevoelszaak.

Er zijn plekken in de wereld die iets hebben. Je herkent zo’n plek inderdaad aan je gevoel. Aangekomen op zo’n plek, dat leeft, heb je vaak zin om even op een terrasje te gaan zitten enĀ  van de plek te genieten. Het begrip leven is dus breder dan het biologische begrip leven.

Uitgangspunt van Christopher Alexander is dat wij de situaties, die wij als levend ervaren, moeten bestuderen en op zoek moeten naar de vormgeving, die aanleiding geeft tot deze beleving. Deze kennis kunnen we formuleren als patronen (patterns), die we vervolgens bij nieuwe ontwerpen kunnen toepassen. Hij heeft met een groep collega’s veel situaties bestudeerd en uiteindelijk 253 patronen onderkend. Deze zijn gepubliceerd in het boek ‘A Pattern Language’ (1977).

In de praktijk is gebleken dat patronen zeer nuttig zijn in het ontwerpproces om samen met de opdrachtgever te zoeken naar de kwaliteiten die hij van belang vindt.

Om mensen gebouwd

In 2002 verscheen bij WEKA het patronenboek “Om mensen gebouwd” met 55 patronen die specifiek gaan over het binnenmilieu. Door ons zijn de volgende patronen geschreven: