Radon in woningen
De bronnen van het radioactieve gas radon in woningen zijn bekend. In oudere woningen is dat vooral de kruipruimte mits er voldoende gaten in de begane grondvloer zitten. In nieuwe woningen komt daarbij de bouwmaterialen. De afgifte van radon door bouwmaterialen, zoals beton, steen en hout, neemt in de loop van de jaren sterk af.
De concentratie van radon in de lucht hangt uiteindelijk af van vooral de ventilatie. In de praktijk blijkt dat op een uitzondering na de bronsterkte niet bepalend is voor de concentratie.
Een aantal jaren geleden is besloten om geen stralingsprestatie eis in het Bouwbesluit op te nemen. De belangrijkste reden hiervoor was dat de uitkomsten van de blootstelling vooral bepaald worden door het ventilatievoud (het aantal keren per uur dat de lucht ververst wordt).
Eén dezer dagen hoorde ik van een client van mij dat een ambtenaar van VROM hem had verteld had dat radon een groot risico is en dat de meting van de radonconcentratie een absoluut vereiste is om het binnenmilieu te beoordelen.
Als je het mij vraagt, dan weet de ambtenaar in kwetsie niet wat het standpunt van VROM is en hoe terecht dit is. En nog minder hoe het standpunt van VROM tot stand gekomen is: Een goed binnenmilieu begint met een goede ventilatie. En dat geldt ook voor radon.
Wij wonen in een begane grond appartement (120 m2) gebouwd in 1976-77.
Het gebouw heeft gemetseld spouwmuren en blok tussenwanden die berusten op 3 x hoofd betonen draagbalken en tussen balken die ondersteund zijn door heipalen. Het vloer is geconstrueerd uit (broodjes) betonnen platen.
De kruipruimte is in 3 gesplitst met 3 x kruip luiken. Verder doorvoeringen (vaak niet vrij van cement enz.) zijn aanwezig voor verwarming, water en elektra leidingen.De kruipruimte is 80 cm hoog en is voorzien van een ongewapend betonnen vloer. Verder is de kruipruimte altijd kurk droog en heeft geen ventilatie.
De woning is voorzien van een mechanische ventilatie systeem in open keuken (in verbinding met woonkamer), badkamer (in verbinding met hooft slaapkamer) en toilet (in verbinding met ketel ruimte en gang).
In uw website krijg ik de indruk dat kruipruimte ventilatie in ons geval niet nodig zou zijn (wel vaak voor houten constructies) Maar wij hebben gehoord dat wij de kruipruimte eigenlijk moeten ventileren in verband met een mogelijk ophoping van radon gecontamineerde stoffen. Ik heb gekeken naar de RIVM website en kan geen referentie vinden naar kruipruimtes. Het lijkt wel dat ons woongedeelte qua ventilatie min of meer conform de RIVM aanbevelingen is.
Ik heb ook gezocht in de Bouwbesluit 2012 (2018) maar kan niets vinden.
De vragen zijn of ventilatie roosters in de kruipruimte echt nodig zijn en wat de risico is van een korte blootstelling tijdens ondervloer werkzaamheden,
Het ventileren van de kruipruimte is op zichzelf geen garantie dat er geen radon vanuit de kruipruimte in de woning komt. Te vaak komt het voor dat kruipruimteventilatie ervoor zorgt dat via luchtlekken in de begane grondvloer lucht vanuit de kruipruimte in de woning komt.
Bij een mechanische afzuiging is dit risico veel groter dan bij natuurlijke ventilatie. Dit komt omdat mechanische afzuiging zorgt voor een onderdruk in de woning. Dit “tekort” wordt aangevuld via de weg van de minste weerstand en daar hoort bij de kruipruimte vaak bij.
Opgemerkt wordt dat de opwarming van de kruipruimte door CV-leidingen in deze ruimte het “effect” van luchtstromen door luchtlekken in de begane grondvloer versterkt. Dit komt omdat warme lucht de sterke neiging heeft om op te stijgen.
De enige oplossing om het doordringen van radon in de woning te voorkomen is op jacht te gaan naar kieren, naden, openingen e.d. in de begane grondvloer. Als extra voorzorgsmaatregel kan een folie op de bodem van de kruipruimte gelegd worden. Het luchtdicht maken van de begane grondvloer is overigens in alle gevallen aan te raden, ook als er geen sprake is van radon in de kruipruimte. Dit geldt bijna altijd ook voor een folie op de bodem van de kruipruimte.
De vervalproducten van radon hechten zich aan zwevende stofdeeltjes. Als de begane grondvloer luchtdicht is, dan komen deze niet vanuit de kruipruimte in de woning.
Ook door de betonnen elementen van de broodjesvloer dringt radon bij de concentraties zoals die in Nederland voorkomen, niet meetbaar door in de woning. Mits de begane grondvloer luchtdicht is.
De concentratie van radon in de kruipruimte wordt bepaald door de snelheid waarmee radon uit de bodem komt en de halveringstijd van radon. Van radon is de halveringstijd zo’n 4 dagen. Dit betekent dat na het instellen van een evenwicht de concentratie van radon niet verder zal oplopen. De risico’s nemen dus niet toe in de loop van de tijd. Dit wordt bevestigd door onderzoek van RIVM waarbij er geen uitschieters van de concentratie radon in de kruipruimten gevonden werd.
Zekere nuchterheid is nodig bij het beoordelen van de gezondheidsrisico’s van de blootstelling aan radon. Radioactiviteit heeft een zeer negatieve lading. En je zou blootstelling eraan moeten vermijden. Uit onderzoek is gebleken dat de blootstelling aan radon en haar vervalproducten evenwel niet te vermijden is. Dus er is dus altijd een gezondheidsrisico. Dus ook als de kruipruimte niet betreden wordt. Gelukkig is dit risico in Nederland objectief gezien klein, zeker in vergelijking met veel andere landen.
Zijn er extra gezondheidsrisico’s door blootstelling aan radon als een niet geventileerde kruipruimte wordt betreden? Theoretisch wel maar praktisch gezien niet. Een bepaalde mate van nuchterheid is hier dus op zijn plaats.