Ventilatiepolitie
In het begin van de sociale woningbouw kwam men er al snel achter dat wonen iets is wat men moet leren. Daarom stelde men woninginspectrices in. Deze moesten behalve de huur innen erop toezien dat bewoners ‘s-morgens de slaapkamers luchten, bij het koken het raam openzetten, enz. De laatste woninginspectrice is in 1930 verdwenen.
Ik kan me herinneren dat mijn oma – geboren in 1904 – altijd een raam op een kiertje open had staan. En als er veel volk was, ging er meer open. Mijn moeder slaapt altijd met open raam. In de woonkamer staat nooit iets open. Het is goed dat ze nog slechts met zijn tweeën zijn in een grote ruimte. Zelf heb ik het woord ventilatie tijdens mijn hele studie bouwkunde niet 1 keer horen vallen. Pas veel later toen ik mij verdiepte in vochtschades werd mij het belang ervan duidelijk. Met verdwenen van de woninginspectrice en later de huishoudschool is veel kennis over het ventileren verdwenen.
Vroeger stond bij het ventileren het afvoeren van vocht centraal. Vocht is evenwel niet de enige reden om te ventileren. Onze eigen adem bevat de stoffen waarvan we zelf last kunnen krijgen als de concentratie te hoog wordt. Ook zijn we zelf stankbron. Iedereen produceert – of hij het merkt of niet – ongeveer een halve liter winden. Dat is ook niet zo aangenaam. Daarnaast staan onze huizen tegenwoordig vol met allerlei materialen die zorgen de emissie van vluchtige stoffen. Vele daarvan zijn schadelijk voor de gezondheid als de concentratie te hoog wordt.
Dus alle reden om te ventileren. Lang heeft men gedacht dat voorlichting en bewustwording wel zou zorgen voor een goed gebruik van de ventilatievoorzieningen. De GGD’en hebben veel ervaring over voorlichting. Een les die ik ervan geleerd heb, is dat het niet werkt tenzij het onmiddellijk voordeel oplevert. En dat is bij ventilatie niet het geval. Dus dit kunnen we voorlichting vergeten.
Toch blijft ventilatie zeer belangrijk. Ieder jaar sterven zo’n 10.000 mensen vroegtijdig door een slecht binnenmilieu. Ook maatschappelijk is een goed binnenmilieu van belang. Als we kijken naar de kosten van de gezondheidszorg en het productiviteitsverlies dan pleit er alles voor om een goede ventilatie af te dwingen. Dit kan op twee manieren: de techniek regelt het of we doen het zelf. Piet Vroom heeft ons geleerd dat techniek niet de baas over ons mag spelen zodat er maar 1 ding overblijft: de ventilatiepolitie.
En dat is nu in deze tijd not-done. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag. Dit zien we terug in de regelgeving. In het Bouwbesluit 2003 staat dat er ventilatievoorzieningen aanwezig moeten zijn maar we zijn niet verplicht ze te gebruiken.
De ervaring leert dat mensen zonder dwangmiddelen niet bereid is om te ventileren. Dat was in de tweede helft van de 19e eeuw zo. En de fabels die over energiebesparing de ronde doen, zorgen er ook nu voor dat mensen niet (willen) ventileren. Het enige argument tegen de ventilatiepolitie is dat naar mate we ouder worden we duurder voor de samenleving worden. O.a. door de kosten van de gezondheidszorg. Dus toch maar geen ventilatiepolitie?
Gegroet, Cornelis.
Reacties
Ventilatiepolitie — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>